BOBBY ALLISON & GERRY SPEHAR - DELTA MAN

Artiest info
Website
 
 

U hoeft zichzelf niet meteen voor het hoofd te slaan, als de namen van deze twee heren slechts van heel ver een lampje doen knipperen: Allison en Spehar werken al bijna vijftig jaar samen en schreven vele tientallen songs, die één ding gemeen hadden: ze slaagden er allemaal heel netjes in om compleet onder de radar te blijven. In een normale en rechtvaardige wereld, zou het duo een paar wereldhits op zijn conto hebben, maar om de ene of andere reden gebeurde dat niet. Allison komt uit Texas, Spehar uit Colorado en voor ze samen de hort opgingen, hadden ze elk apart al een begin van een carrière: Bobby was een tijdje heel hot in Denver, Colorado, waar hij zelfs voor iemand als Ray Charles mocht openen en in dezelfde periode schuimde Gerry al buskend heel Europa af, maar hij belandde na enige tijd weer in Colorado, waar hij met z’n broers Tom en George als The Spehar Brothers flink wat naam maakte en opende voor onder meer Townes Van Zandt, Boz Scaggs en Ian & Sylvia, maar aan dat avontuur kwam (al te snel) een eind, echter niet zonder dat Bobby en Gerry elkaar hadden leren kennen en Gerry aan Bobby gevraagd had om mee te komen zingen op een demo-plaat.

Daar begon wat tot op vandaag voortduurt e, thuishoort in de zeldzame categorie van levenslange vriendschappen. We schreven toen vroege jaren ’80 en dat was de periode waarin beiden zich in Bobby’s kelder opsloten en songs begonnen te schrijven. Daarvan staan er meerdere op deze plaat, als wilden de twee -terecht trouwens- bewijzen dat ze toen al bij machte waren om tijdloze songs te pennen: “Just Relax”, Bubba Billy Boom Boom and Ma”, het slepende “Baby’s Got The Blues” en “The Good Life” dateren allemaal uit die periode en ik moet zeggen: ze stààn vandaag nog pal en fier overeind.

Midden de jaren ’80 probeerden ze wat meer dan regionale bekendheid te krijgen en dat lukte ook: ze wonnen de regionale tak van de Wrangler Country Showkdon” en kwamen zo in de Grand Ole Opry terecht, waar de finale gehouden werd. Winnen deden ze niet, maar ze werden wel opgemerkt en Buzz Cason, de man die “Everlasting Love” schreef, gaf hen een platendeal. Toen kwam echter Het Leven tussen: Gerry had plots een gezin te onderhouden en verhuisde naar Los Angeles. Bobby ging solo verder en won zowaar de showdown. Dat belette allemaal niet dat de twee erg aan elkaar verknocht bleven en samen songs bleven schrijven, wanneer de kans zich voordeed. Ook uit de golf demo-opnames die volgden, staan een aantal nummers op deze plaat, sommige waren hernemingen van de titels die ik eerder al opsomde, maar dan ingespeeld met heuse studiomuzikanten.

Ondertussen was er I See Hawks in LA, die Bobby ontmoet had en die volop in de ban waren van ’s manse songwriting talent, wat weerspiegeld wordt in “Here in the Pass”, dat de plaat mag afsluiten en waarop Paul Marshall, Paul Laques en Shawn Nourse van de Hawks meespelen. In de tussentijd had Bobby een zwaar verkeersongeval gehad, waardoor hij voor altijd in een rolstoel terechtkwam, wat de jongste jaren nog verergerd werd door beginnende Parkinson, die zijn zang- en spelmogelijkheden belastte, maar de man heeft karakter te over, zoals blijkt: als hij door de juiste mensen omringd wordt, kan hij nog altijd bijzonder veel. Wij hier kennen vooral Gerry Spehar, die de voorbije tien jaar -kinderen zijn intussen het huis uit- een drietal erg fijne platen op ons losliet, maar deze plaat hier, schept een akelig precies baalt van wat het duo had kunnen betekenen, als daar niet Het Leven en zijn onhebbelijkheden waren geweest.

Dit is een heerlijke verzameling van goeie songs die, als ze in de juiste handen terechtkomen, bijzonder veel hitpotentieel herbergen. Ik denk niet dat Allison en Spehar dat alsnog beogen. Mij lijkt het veeleer dat ze ervoor wilden zorgen dat ze een tastbaar spoor in de muziekgeschiedenis nalaten. Nu, dat is meer dan gelukt, want het uurtje dat deze vijftien songs je bezighouden, is een waar plezier voor de oren.

(Dani Heyvaert)